Luchtwoord

Deze week hebben we alweer de derde spellingcategorie geleerd. Het luchtwoord. De regel die hierbij hoort gaat als volgt: Luchtwoord. Korte klank + cht met de ch van lucht. Behalve bij; hij ligt, hij legt en hij zegt.


Met rekenen zijn we in de voorbereidingsfase aangekomen van de keersommen. We maken nu groepjes van dezelfde aantallen. Dan bekijken we hoeveel groepjes we hebben en hoe groot elk groepje is. We kunnen de som dan 'groot'opschrijven. 2+2+2+2+2=10. Maar we kunnen ook zeggen:
5 keer 2 = 10. Het is erg belangrijk dat de kinderen snappen wat de som (inhoudelijk) betekent. Het oefenen van de tafels gaat later in het jaar komen. Dat zullen we bij u aangeven.


Je ziet hier 3 groepjes van elk 2 snoepjes.
De som wordt dan: 3 (groepjes) keer 2 (snoepjes) = 6 (snoepjes)